Storytelling op 5 december

Geen inspiratie voor je Sinterklaasgedicht?

Analytic Storytelling helpt je graag. 😉 Met een dichttip bij elke stap uit onze methode.

#1: Pas je aan aan je publiek

Je schrijft je gedicht natuurlijk voor de persoon van wie je het lootje hebt getrokken. Maar de andere aanwezigen zijn ook je publiek.

Daarom werkt het goed als het gedicht soms ook over hen gaat.

Bijvoorbeeld in een gedicht voor Peter:

Sint wilde Peters nieuwbouwhuis weleens zien

Het leek haast wel netter dan dat van Paulien

# 2: Maak een structuur

Een Sinterklaasgedicht hoeft zeker geen meesterwerk te zijn qua structuur.

Maar wat wel helpt is een thema: een rode draad.

Met een goed thema is het veel makkelijker om je gedicht te schrijven. En je kunt er prima over brainstormen in de trein of tijdens een wandeling.

Een thema is bijvoorbeeld: Peter was vroeger een hippie, maar nu is hij burgerlijk.

#3: Wees concreet

Heb je een thema? Probeer dan anekdotes te bedenken die daarbij horen.

Kies er niet te veel. Lang inzoomen op één anekdote werkt meestal beter dan kort vijf anekdotes aanstippen.

Een anekdote is bijvoorbeeld: Peter belt een half uur met zijn vader over plinten.

#4: Maak je tekst en beeld

Maak je bij een Sinterklaasgedicht niet te druk over je schrijfstijl.

Dat mag de rest van het jaar. 😉

Heb je een passieve zin die rijmt? Go for it!

Een complexe, lange zin die grappig is? Lekker laten staan.

Het enige stijladvies dat geldt: ‘houd het bondig’. Een gedicht van drie pagina’s is mooi, maar komt lang niet altijd tot zijn recht. Zeker niet met rondlopende kinderen en wijn in de buurt.

Fijne pakjesavond, groet,

Arnaud