Vandaag een concept dat ik soms gebruik als ik feedback geef.
Either too much or too little.
Het zijn geen moeilijke woorden. Maar wat betekenen ze?
Een voorbeeld van een tekst voor een breed publiek:
Microben in je darm fermenteren onverteerbare koolhydraten (zoals voedingsvezels). Daarmee maken ze belangrijke stoffen voor je spijsvertering, zoals vetzuren met een korte keten en succinaat. Deze stoffen lijken te helpen bij het voorkomen van obesitas.
Het gaat mij om de vetzuren met de korte keten. En om het succinaat.
De doelgroep kent deze stoffen niet. Dat geeft niet, je kunt heus wel eens een onbekende term gebruiken. Maar als je dat doet, moet je die wel toelichten.
Wat zijn dit voor stoffen? Wat voor rol hebben ze? Hoe verschillen ze? Welke informatie relevant is, hangt af van de rest van je verhaal.
Als je de termen nodig hebt, staat er in de huidige tekst too little.
Een andere optie is om de twee stoffen weg te laten. Zonder extra toelichting hebben ze voor je publiek immers weinig betekenis. Succinaat, pummilaat, mullipraat – het doet ongeveer hetzelfde.
In dat geval staat er in de huidige tekst too much.
Beslis dus of een onbekende term belangrijk genoeg is om er meer woorden aan vuil te maken. En laat de term anders weg.
Groet,
Arnaud