Je bubbel is kleiner dan je denkt

Niet meer dan een paar duizend mensen begrijpen de snaartheorie. Ik heb geen exacte aantallen kunnen vinden, maar het zijn er weinig.

Stel, je wil over je onderzoek naar de snaartheorie communiceren.

Dan zul je bijna altijd een vertaalslag moeten maken voor je publiek. Zelfs voor mensen met een PhD in natuurkunde zul je sommige concepten moeten toelichten.

De snaartheorie is extreem. Maar het mechanisme dat hier speelt, is breder van toepassing.

Daarom gebruiken we in onze trainingen graag de term ‘non-expert’. We vragen deelnemers bijvoorbeeld vaak om een verhaallijn te maken voor een publiek van non-experts.

Waarom de term ‘non-expert’ en bijvoorbeeld niet ‘leek’? Dat kan ik het beste uitleggen op basis van het onderscheid tussen de volgende drie typen publiek:

  1. Mensen met hetzelfde kennisniveau als jij (peers)
  2. Mensen met flink wat achtergrondkennis, zoals een wetenschapper uit een aangrenzend vakgebied
  3. Mensen met weinig voorkennis, zoals een middelbare scholier of je opa

‘Non-expert’ heeft betrekking op categorie 2 en 3, ‘leek’ is alleen op categorie 3 van toepassing. De term ‘non-expert’ wijst je er zo subtiel op dat ook voor mensen met flink wat voorkennis een vertaalslag nodig is. Ze lijken vaak meer op categorie 3 dan je denkt.

Groet,

Arnaud